ARTIKEL 1
NAAM

De vereniging draagt de naam Algemene Audi Club Nederland, afgekort A.A.C.N.

ARTIKEL 2
ZETEL

De vereniging heeft haar zetel te Brummen.

ARTIKEL 3
TIJDSDUUR

De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

ARTIKEL 4
DOEL

De vereniging heeft tot doel het bijeenbrengen van eigenaren en/of liefhebbers
van auto’s van het merk Audi en aanverwante merken en het daarna, zonder
winstoogmerk, behartigen van hun belangen, alles in de ruimste zin des woords.
De vereniging heeft tevens tot doel het zich inzetten voor het behoud, beheer,
documentatie en prestentatie van het mobiele erfgoed van Nederland voor wat
betreft de automerken Audi, DKW, Horch, Wanderer, Auto Union en NSU. De
vereniging tracht deze aanvullende doelstelling te vervullen door het opzetten en
bijhouden van een register voor inventarisatie en registratie van voertuigen van de
hiervoor genoemde merken die van cultuurhistorische waarde voor Nederland zijn,
in overeenstemming met het Nationaal Register Rijdende Monumenten (NRRM).

ARTIKEL 5

De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het bevorderen van onderling contact tussen de leden;
b. het bevorderen van de uitwisseling van kennis over Audi en aanverwante
merken;
c. het organiseren van bijeenkomsten voor leden en belangstellenden;
d. het verzamelen en ter beschikking stellen van documentatie over Audi en
aanverwante merken ter kennisneming;
e. het uitgeven van een tijdschrift of bulletin;
f. het stimuleren van het elkaar onderling helpen en adviseren in zaken als
herstelwerkzaamheden, onderdelenaankoop, technische informatie, et
cetera;
g. het streven naar een gereduceerd tarief ten aanzien van belastingen,
verzekeringen en keuringen;
h. het ontplooien van activiteiten die verder voor het bereiken van het doel
nuttig en/of nodig zijn, alles in de ruimste zin van het woord.

ARTIKEL 6
LEDEN, ERELEDEN EN DONATEURS

1. Leden van de vereniging zijn zij die in het bezit zijn en/of liefhebber zijn van
een auto van het merk Audi of een aanverwant merk en als zodanig als lid
zijn toegelaten.
2. Ereleden kunnen zijn zij die zich in het belang van de vereniging bijzonder
verdienstelijk hebben gemaakt of voor de vereniging van bijzonder belang
zijn. Zij worden benoemd op voordracht van het bestuur en behoeven een
meerderheid van de Ledenvergadering conform het bepaalde in artikel
24 lid 3.
3. Donateurs zijn zij die zich bereid hebben verklaard de vereniging financieel
bijdrage.
4. Ereleden en donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan
die welke hen bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
5. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle
leden, ereleden en donateurs zijn opgenomen. De gegevens in dit register
worden uitsluitend vrijgegeven als de betreffende leden daar uitdrukkelijk
toestemming voor hebben gegeven.

ARTIKEL 7
TOELATING

1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden, ereleden en donateurs.
2. Bij niet-toelating tot lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating
besluiten.

ARTIKEL 8
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP

1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door schriftelijke opzegging door het lid;
c. door opzegging namens de vereniging, hetgeen kan geschieden indien
een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap te
voldoen of wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden
gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting, hetgeen kan worden uitgesproken als een lid in strijd met
de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de
vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan
slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met
inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Opzeggingen conform
artikel 8 lid 1 sub c en d zijn met onmiddellijke ingang.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in lid 3 van dit artikel doet het
lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de
datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit,
waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te
zijnen opzichte uit te sluiten.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Tegen een besluit conform artikel 8 lid 1 sub c en d staat voor de betrokkene
binnen een maand na de ontvangst van het besluit beroep open op de
eerstvolgende algemene ledenvergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste
schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft
desalniettemin de jaarlijkse bijdrage over het gehele lopende verenigingsjaar
verschuldigd.

ARTIKEL 9
EINDE VAN DE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN ERELEDEN EN
DONATEURS

1. De rechten en verplichtingen van een erelid en donateur kunnen te allen tijde
door wederzijdse opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse
bijdrage over het lopende verenigingsjaar geheel verschuldigd blijft.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

ARTIKEL 10
JAARLIJKSE BIJDRAGE

1. De leden en de donateurs zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse
bijdrage die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen
daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage
betalen.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke
ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.

ARTIKEL 11
RECHTEN VAN ERELEDEN EN DONATEURS

Behalve de overige rechten die ereleden en donateurs bij of krachtens deze
statuten worden toegekend, hebben zij het recht de door of namens de vereniging
georganiseerde wedstrijden, bijeenkomsten en andere evenementen bij te wonen.

ARTIKEL 12.
BESTUUR

1. Het bestuur bestaat uit een drie, vijf of zeven personen, die door de
algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de
leden behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
2. De algemene vergadering kan besluiten dat één lid van het bestuur buiten de
leden wordt benoemd.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende
voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel. Tot het
opmaken van zulk een voordracht zijn zowel het bestuur als tien leden
bevoegd. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de
vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien leden moet vóór de
aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
4. Aan elke voordracht kan het ontbindende karakter worden ontnomen door
een besluit genomen door de algemene vergadering met een meerderheid
conform het bepaalde in artikel 24 lid 3.
5. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering
overeenkomstig het voorgaande lid, dan is de algemene vergadering vrij in
haar keuze.
6. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit
de voordrachten.
7. Het bestuur geeft de voorkeur aan de voordracht van meer dan één
aspirantbestuurslid.
Bij gebreke van een voordracht kan het bestuur overgaan tot een
bindende voordracht.

ARTIKEL 13
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP – PERIODIEK LIDMAATSCHAP –
SCHORSING

1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan elk
moment door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een
schorsing eindigt na drie maanden indien niet binnen die termijn een besluit
tot ontslag volgt.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af volgens een door
het bestuur te maken rooster. De afgetredene is direct herkiesbaar. Wie in
een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op dit rooster de plaats van
zijn voorganger in.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt ook wanneer het lidmaatschap van het
bestuurslid dat uit de leden is benoemd eindigt, en wanneer een bestuurslid
bedankt.

ARTIKEL 14
BESTUURSFUNCTIES – BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR

1. Het bestuur wijst uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een
penningmeester aan.
2. Het bestuur handelt conform de statuten en een eventueel
bestuursreglement.
3. Als sprake is van een (tijdelijke) afwezigheid van een bestuurder, dient het
betreffende bestuurslid dit direct te melden bij de overige bestuursleden.
4. Bij verhindering van een bestuurslid kan het bestuur uit haar midden een
vervanger aanwijzen.
5. Bij belet en ontstentenis van één bestuurslid – niet zijnde het enige
bestuurslid – of meerdere bestuursleden, zijn de overige bestuursleden belast
met het bestuur van de vereniging of worden een of meerdere personen door
de algemene vergadering benoemd en tezamen met de overige
bestuursleden belast met de verplichting om de vereniging te besturen.
6. Bij belet een ontstentenis van alle bestuursleden is de algemene vergadering
bevoegd om een of meer personen aan te wijzen om tijdelijk in het bestuur
van de vereniging te voorzien.
7. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
8. Een bestuurslid kan met een speciale opdracht worden belast.
9. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden door de secretaris
notulen opgemaakt, waarvan elk bestuurslid een afschrift ontvangt. Na
goedkeuring door het bestuur worden de notulen door de voorzitter en de
secretaris getekend en ter inzage gelegd voor de leden.
10. Het bestuur beslist bij gewone meerderheid. Elk bestuurslid heeft één stem.
Bij een staking van de stemmen is het voorstel verworpen.
11. Het bestuur kent geen meervoudig stemrecht.
12. Als het aantal bestuursleden onvoldoende is om een besluit te nemen zal
een stemming plaatsvinden in de algemene ledenvergadering.

ARTIKEL 15
BESTUURSTAKEN – VERTEGENWOORDIGING

1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het
besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden de drie is gedaald blijft het bestuur
bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene
vergadering te beleggen, waarin de verkiezing van nieuwe bestuursleden
aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen
van zijn taak te laten uitvoeren door commissies die door het bestuur zijn
benoemd.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd
tot het sluiten van overeenkomsten betreffende: het verkopen, vervreemden
of bezwaren van registergoederen; het verbinden van de vereniging als borg
of hoofdelijk medeschuldenaar; het zich sterk maken voor derden; het
verbinden van de vereniging tot zekerheidsstelling voor een schuld van
derden. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden
beroep worden gedaan.
5. Bij aankopen staat het belang van de vereniging voorop. In situaties die van
belang zijn voor de vereniging wordt niet op basis van persoonlijke voorkeur
gehandeld, maar op basis van wat goed is voor de vereniging.
6. Het bestuur dient zorgvuldig om te gaan met investeringen en volgt de juiste
procedures, in het bijzonder bij grote en risicovolle uitgaven. Bij de
besluitvorming dient er een gedegen onderbouwing van de noodzaak van de
uitgaven te zijn, evenals een risicoanalyse, een deugdelijke
(meerjaren)begroting en reserveringen voor toekomstige uitgaven. Ook dient
een bankgarantie te worden gegeven bij investeringen die meer bedragen
dan tweeduizend euro (€ 2.000,00).
7. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering bij
besluiten tot:
a. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen
die meer bedragen dan tweeduizend euro (€ 2.000,00), onverminderd
het bepaalde in de rest van dit artikel;
b. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik verkrijgen en geven
van onroerende goederen, behoudens het (in)huren van accommodaties
voor vergadering en bijeenkomsten van de vereniging die minder
bedragen dan tweeduizend euro (€ 2.000,00);
c. het ter leen verstrekken en opnemen van gelden, waaronder niet is
begrepen het gebruik maken van een reeds aan de vereniging verleend
bankkrediet;
d. het aangaan van dadingen;
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale
procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire
maatregelen en rechtshandelingen die geen uitstel kunnen lijden;
f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen
beroep worden gedaan.
8. Onverminderd het bepaalde in de laatste zin van lid 4, wordt de vereniging in
en buiten rechte vertegenwoordigd:
a. hetzij, door het bestuur;
b. hetzij, door de voorzitter;
c. hetzij, door twee door het bestuur aangewezen andere bestuursleden.
9. Alle bestuursleden en toezichthouders zullen handelen in het belang van de
vereniging, inhoudende dat zij zullen optreden in hun functie als bestuurslid
(en niet voor zichzelf in privé) zowel intern als extern.
10.Het bestuur dient integer en transparant te handelen, inhoudende dat zij oog
heeft voor het verenigingsbelang en inzicht wil geven in beslissingen. Het
bestuur zal de belangrijkste beslissingen publiceren zodat de leden kunnen
zien welke besluiten zijn genomen en op welke wijze deze besluiten zijn
genomen.
11.Het bestuur streeft actief naar het tegengaan van fraude en onenigheid door
goede procedures en afspraken. Op regelmatige basis worden
bestuursvergaderingen gehouden. Daarbij wordt een agenda opgesteld en
worden de belangrijkste besluiten genotuleerd. Ook wordt vastgelegd wie bij
de bestuursvergaderingen aan- en afwezig zijn. Afspraken worden helder en
eenduidig geformuleerd. De verslagen worden bewaard en inzichtelijk
gemaakt voor de leden. Voorts:
a. worden de gemaakte afspraken regelmatig gecontroleerd op de
actualiteit (tenminste twee keer per jaar);
b. worden de gemaakte afspraken regelmatig gecontroleerd op relevantie
(tenminste één keer per jaar).
Zo nodig worden de afspraken aangepast.

ARTIKEL 16
AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURSLEDEN

1. Het bestuur treft maatregelen om te voldoen aan de Wet Bestuur en Toezicht
Rechtspersonen (WBTR), welke worden behandeld in de leden 2, 3 en 4 van
dit artikel.
2. Het bestuur zorgt ervoor dat alle huidige bestuursleden goed zijn
geïnformeerd over de aansprakelijkheid die kan optreden als gevolg van hun
functie als bestuurslid van de vereniging. De bestuursleden:
a. zullen bij het uitvoeren van de bestuurstaken binnen hun bevoegdheden
blijven;
b. zullen handelen conform de wet, de statuten en eventuele reglementen;
c. zullen zich houden aan de afspraken zoals genoemd in artikel 15;
d. zullen jaarlijks de financiële toestand van de vereniging bespreken met
de leden;
e. zullen voorkomen dat sprake is van een tegenstrijdig belang;
f. zullen voldoen aan de administratieplichten;
g. zullen geen overeenkomsten aangaan die de vereniging niet kan
nakomen;
h. zullen ervoor zorgdragen dat de vereniging voldoet aan relevante
wetgeving, waaronder de Algemene Wet Persoonsgegevens (AVG).
3. Het bestuur zorgt ervoor dat nieuwe bestuursleden worden geïnformeerd
over:
a. de financiële toestand van de vereniging;
b. de andere bestuursleden en de bevoegdheden die zij hebben;
c. de (onderlinge) werkafspraken;
d. de verplichtingen die het bestuur heeft op basis van de statuten en/of de
reglementen;
e. de afgesloten bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering met voldoende
dekking.
4. Bij het neerleggen van een bestuursfunctie draagt het bestuur zorg voor:
a. de vastlegging van het neerleggen van de bestuursfunctie;
b. de uitschrijving bij de Kamer van Koophandel;
c. de decharge van de bestuurstaken door de ledenvergadering;
d. een goede overdracht van de taken op het nieuwe bestuurslid danwel de
nieuwe bestuursleden;
e. de vastlegging van de afspraken.
5. De afspraken genoemd in lid 2, 3 en 4 van dit artikel dienen regelmatig,
minstens één keer per jaar, gecontroleerd te worden op actualiteit.

ARTIKEL 17
TEGENSTRIJDIG BELANG

1. Een bestuurslid meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang direct bij de
overige bestuursleden.
2. Het bestuurslid deelt alle relevante informatie over het (potentieel)
tegenstrijdige belang.
3. Tijdens iedere bestuursvergadering wordt bij aanvang gevraagd of ten
aanzien van een van de agendapunten sprake is van een tegenstrijdig
belang, hetgeen schriftelijk wordt vastgelegd in het vergaderverslag tezamen
met de wijze waarop het bestuur hiermee is omgegaan.
4. Bij een tegenstrijdig belang zal het bestuurslid niet deelnemen aan de
overleggen en besluitvorming bij het onderwerp waar sprake is van het
(potentieel) tegenstrijdig belang.
5. Als alle bestuursleden een tegenstrijdig belang hebben, of indien een quorum
niet wordt gehaald of een versterkte danwel volstrekte meerderheid niet
wordt gehaald vanwege het tegenstrijdig belang van één of meerdere
bestuursleden, zal het bestuur de beslissing doorverwijzen naar de algemene
ledenvergadering.
6. Bij een tegenstrijdig belang van het gehele bestuur zal de beslissing worden
doorverwezen naar de algemene vergadering.
7. Als een (potentieel) tegenstrijdig belang merkt het bestuur in ieder geval aan:
a. het aangaan van een overeenkomst met een geldelijk belang tussen de
vereniging enerzijds en het bestuurslid en/of relaties van het bestuurslid
anderzijds;
b. het vaststellen van de vergoeding van een bestuurslid;
c. het stellen van een zekerheid, zoals een hypotheek of borgstelling, door
de vereniging ten behoeve van een bestuurslid.
8. De afspraken als genoemd in dit artikel omtrent het tegenstrijdig belang
worden tenminste één keer per jaar gecontroleerd op actualiteit.

ARTIKEL 18
JAARVERSLAG – REKENING EN VERANTWOORDING

1. Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met éénendertig december.
2. Het bestuur zal bewust omgaan met het verenigingsgeld en zal dit zoveel
mogelijk gebruiken teneinde het verenigingsdoel te bereiken.
3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging
zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en
verplichtingen kunnen worden gekend.
4. Het bestuur heeft een duidelijke taakomschrijving over de werkwijze van de
penningmeester, zoals het opstellen en laten goedkeuren van een begroting
en jaarrekening.
5. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering haar jaarverslag
wil en doet, onder overlegging van een balans en een baten- en lastenrekening,
verantwoording over het in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde
beleid. Indien niet binnen zes maanden na het verstrijken van het
verenigingsjaar een dergelijke vergadering is gehouden kan ieder lid deze
verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
6. Het bestuur hanteert een vier-ogen-principe bij uitgaven die meer bedragen
dan tweeduizend euro (€ 2.000,00), inhoudende dat altijd twee bestuursleden
akkoord dienen te geven op de overboekingen. Naast de penningmeester
heeft ook tenminste één ander bestuurslid inzicht in de actuele financiële
stand van zaken van de vereniging.
7. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van
tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en
brengt op de jaarvergadering aan de leden verslag uit van haar bevindingen.
8. Vereist het onderzoek van rekening en verantwoording bijzondere
boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door
een deskundige laten bijstaan.
Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste
inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te
vertonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te
geven.
9. De last van de commissie kan op elk moment door de algemene vergadering
worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere
commissie.
10. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 5 en 7 tien jaar te
bewaren.
11. Het volgende is vastgesteld aangaande toezicht:
a. de vereniging heeft alleen een bestuur en heeft geen raad van toezicht,
geen toezichthoudende bestuursleden, geen one-tier-board en heeft
geen ander toezichthoudend orgaan als bedoeld in de WBTR;
b. de vereniging kent geen verschillende groepen, commissies en andere
entiteiten die niet zijn aan te merken als een Raad van Toezicht als
bedoeld in de WBTR.

ARTIKEL 19
ALGEMENE VERGADERINGEN

1. Aan de algemene vergaderingen komen in de vereniging alle bevoegdheden
toe die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks – uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar – wordt een
algemene (jaar)vergadering gehouden, waarin onder meer aan de orde komt:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording zoals bedoeld in artikel
18 met het verslag van de daar genoemde commissie;
b. de benoeming van de in artikel 18 genoemde commissie voor het
volgende verenigingsjaar;
c. voorziening in eventuele vacatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping
voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit
wenselijk acht.
4. Altijd worden alle bestuursleden van de vereniging uitgenodigd voor een
algemene vergadering.
5. Het is bestuursleden toegestaan om tijdens een algemene vergadering een
raadgevende stem of advies uit te brengen op voorgenomen besluiten, zoals
voorgeschreven door de WBTR.
6. Het bestuur is verplicht op een schriftelijk en aangetekend verzonden verzoek
van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van
één/tiende gedeelte van de stemmen, binnen twee weken een algemene
vergadering bijeen te roepen, te houden binnen vier weken. Indien aan het
verzoek geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die
bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 23.

ARTIKEL 20
TOEGANG EN STEMRECHT

1. Toegang tot de algemene vergadering hebben leden, ereleden en donateurs
van de vereniging en het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is. Geen
toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden. Over
toelating van andere personen beslist de algemene vergadering.
2. Ieder lid – dat niet is geschorst – heeft één stem. Donateurs hebben geen
stemrecht. Het bestuurslid dat geen lid is heeft een raadgevende stem.
3. Een stemgerechtigd lid kan zijn/haar stem laten uitbrengen door een door
hem/haar schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid, erelid of donateur.

ARTIKEL 21
VOORZITTERSCHAP – NOTULEN

1. De algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging of
zijn plaatsvervanger. Ontbreken beiden, dan treedt één door het bestuur aan
te wijzen ander bestuurslid op als voorzitter. Wordt ook op deze wijze niet in
het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering wordt door de secretaris of
door een door de voorzitter aangewezen persoon notulen gemaakt die door de
voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de
vergadering bijeenroepen mogen een notarieel proces-verbaal van het
verhandelde laten opmaken. De inhoud van de notulen wordt ter kennis van
alle leden gebracht.

ARTIKEL 22
BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING

1. Het op de algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat
door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt
voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover gestemd werd over een
niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde
oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats,
wanneer de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke
stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde
aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de
rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten
van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de
uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft
verkregen, vindt een tweede stemming plaats. Heeft dan nog niemand de
volstrekte meerderheid verkregen vinden herstemmingen plaats totdat hetzij
één persoon wel de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen
twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen
(waaronder dus niet begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd
over dezelfde personen als in de voorgaande stemming, met uitzondering
van die persoon op wie in de vorige stemming de minste stemmen is
uitgebracht. Is bij die vorige stemming het minst aantal stemmen op
meerdere personen uitgebracht dan beslist het lot op wie niet meer kan
worden gestemd. Als bij een stemming tussen twee personen de stemmen
staken beslist het lot wie van hen is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel, geen verkiezing van personen
zijnde, dan is het voorstel verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter of één van de
stemgerechtigden vóór de stemming een schriftelijke stemming wenst.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij één van de stemgerechtigden
een hoofdelijke of schriftelijke stemming verlangt.
8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een
vergadering bijeen, heeft, mits genomen met voorkennis van het bestuur,
dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met
algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen – dus
mede voorstellen tot statutenwijziging of ontbinding – ook al heeft geen
oproeping plaats gehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied
of enig ander voorschrift omtrent de oproeping en het houden van
vergaderingen of daarmee verband houdende formaliteiten niet in acht is
genomen.

ARTIKEL 23
BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING

1. Een algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. De
oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het
ledenregister bedoeld in artikel 6 lid 5. De termijn voor de oproeping bedraagt
tenminste veertien dagen.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld,
onverminderd het bepaalde in artikel 24.

ARTIKEL 24
STATUTENWIJZIGING

1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan
door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met
de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zal worden
voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een
voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste tien dagen
vóór de vergadering een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen
wijziging woordelijk is opgenomen, op het secretariaat of een daartoe
geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag
waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift van
het hiervoor bedoelde aan alle leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de
uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van
de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden
aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een
tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin over het voorstel
zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het
aantal aanwezigen of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits
met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële
akte is opgemaakt. Tot het doen passeren van de akte is ieder bestuurslid
bevoegd.

ARTIKEL 25
HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Nadere regelingen betreffende het houden van ledenvergaderingen,
bestuursvergaderingen, bestuurssamenstellingen, bestuurswerkzaamheden,
bevoegdheden en verplichtingen, wijze van bestuursaftreden en -verkiezing,
bevoegdheden van de leden, ereleden en donateurs en hun verplichtingen, de te
heffen contributies, inschrijfgelden, bijdragen en entreegelden en alle andere
interne aangelegenheden, alles ter beoordeling van de algemene vergadering,
worden gegeven in het huishoudelijke reglement. Dit reglement mag geen
bepalingen bevatten in strijd met de statuten. Een bepaling die de werkingskracht
van de statuten beperkt, dan wel een beperkende statutaire bepaling verruimd,
behoeft een meerderheid van de algemene vergadering conform artikel 24 lid 3.

ARTIKEL 26
ONTBINDING

1. De vereniging wordt ontbonden door een zodanig besluit van de algemene
vergadering. Het bepaalde in artikel 24 sub 1, 2 en 3 is van overeenkomstige
toepassing.
2. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die op het moment van
het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij
het besluit tot ontbinding kan ook een andere bestemming aan het batig
saldo worden gegeven.
3. Na ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover nodig tot
vereffening van haar vermogen heeft plaats gevonden. In stukken en
aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden
toegevoegd: “… in liquidatie”.

Deze statuten zijn vastgesteld bij notariële akte van 14 april 2023

Klik hier voor het huishoudelijk reglement